Een beschrijving van het gebed van de Profeet
Voorwoord vertaler:
Voorwaar, alle lof komt toe aan Allaah. Hem loven wij, en Hem vragen wij om hulp en vergeving. En wij zoeken onze toevlucht bij Allaah tegen de slechtheden van onze zielen, en tegen onze zondige daden. Wie door Allaah wordt geleid, kan door niemand tot dwaling worden gebracht. En wie Hij laat dwalen, kan door niemand worden geleid. En ik getuig dat er geen ware god is behalve Allaah alleen, zonder deelgenoot. En ik getuig dat Mohammad Zijn dienaar en boodschapper is.
Vervolgens dit: Meerdere broeders en vrienden hebben mij voorgesteld om mijn boek:
Een beschrijving van het gebed van de Profeet van begin tot eind alsof je het ziet” samen te vatten, en de betekenissen ervan toegankelijk te maken voor het algemene publiek. Aangezien ik dit een gezegend voorstel vond, en het overeenkwam met wat al sinds lange tijd in mijn binnenste omging, was dit een aanmoediging voor mij om er een beetje aan te besteden van mijn drukbezette tijd met wetenschappelijke projecten. Daarom heb ik het initiatief genomen om dit naar mijn capaciteit en draagkracht te verwezenlijken.
Ik vraag Allaah om het zuiver voor Zijn Aangezicht te laten zijn, en om mijn moslimbroeders er baat bij te laten hebben.
Ik heb er een aantal profijten aan toegevoegd die niet aanwezig zijn in het oorspronkelijke boek, die ik later heb opgemerkt en waarvan ik het de moeite waard vond om ze te noemen in de samenvatting. Bovendien heb ik speciale aandacht geschonken aan het uitleggen van bepaalde woorden die voorkomen in sommige overleveringen of gedenkingen.
Ik heb het boek opgedeeld in hoofdstukken, met daaronder verhelderende titels. Daaronder heb ik de onderwerpen van het boek opgesomd, in een opeenvolgende nummering.
Van elk onderwerp heb ik de regelgeving aangeven: of het een pilaar of een verplichting is. Als ik geen regelgeving noem, dan is het een soennah. Terwijl sommige kwesties in aanmerking komen om verplicht te zijn, maar het stellig beweren van het ene of het andere is in strijd met wetenschappelijk onderzoek.
Een pilaar is datgene waarmee iets waarvan het een onderdeel is tot verwezenlijking komt. Terwijl het ontbreken ervan betekent dat datgene waarvan het een pilaar vormt, ongeldig is. Zoals de buiging [rukoe‘] in het gebed. Dat is een pilaar ervan. Het ontbreken ervan maakt het gebed ongeldig.
Een voorwaarde is als een pilaar, behalve dat het buiten datgene waarvan het een voorwaarde vormt, staat. Zoals de ablutie [wudoe’] voor het gebed. Het gebed is niet geldig als deze ontbreekt.
Een verplichting is iets waarvan vaststaat dat het is bevolen in de Qor’aan of de soennah, zonder dat er bewijs is dat het een pilaar of voorwaarde is. Wie het uitvoert, wordt beloond. Wie het nalaat, wordt gestraft, behalve als hij een excuus heeft.
Gelijk aan de verplichting [waadjib] is al-fardh. Het brengen van een onderscheid tussen deze twee termen is een vernieuwing waar geen bewijs voor is.
De soennah is datgene wat de Profeet aanhoudend heeft verricht aan aanbiddingen; altijd of meestal. Zonder dat hij dit verplichtend heeft bevolen. Wie het uitvoert, wordt beloond. Wie het nalaat, wordt niet gestraft noch wordt het hem verweten.
Wat betreft de overlevering die wordt genoemd door sommige blinde volgers en die ze toeschrijven aan de Profeet ﷺ: “Wie mijn soennah nalaat, komt niet in aanmerking voor mijn bemiddeling”, deze uitspraak kan niet worden toegeschreven aan de Boodschapper van Allaah ﷺ
Alles wat hieraan gelijk is, mag niet worden toegeschreven aan hem ﷺ, uit angst om iets over hem te verzinnen. Hij heeft immers gezegd: “Wie over mij zegt wat ik niet heb gezegd, laat hij zich voorbereiden op zijn plek in het vuur.”
Het is overbodig om te vermelden dat ik me in dit boek – alsook in het origineel – niet gebonden heb aan een bepaalde wetschool van de vier gevolgde wetscholen. Ik heb echter de methode van ahl-ul-hadieth gehanteerd. Zij verbinden zich aan het nemen van elke overlevering die vaststaat van de Profeet ﷺ. Daarom is hun wetschool sterker dan andere wetscholen. Dit wordt erkend door de rechtvaardigen van elke wetschool. Een voorbeeld is de grootgeleerde Abul-hasanaat Al-laknawi Al-hanafi, die zegt: “Hoe kan het anders? Terwijl zij de ware erfgenamen zijn van de Profeet ﷺ, en de waarachtige opvolgers van zijn wetgeving. Moge Allaah ons verzamelen in hun gezelschap. En moge Hij ons doen sterven op hun liefde en hun levensloop.”
En moge Allaah genade hebben met Imaam Ahmad ibn Hanbal, die zei:
“De religie van de Profeet Mohammad ﷺ zijn berichten
Wat mooi voor de knaap zijn de overleveringen als rijdier
Wend je niet af van de overlevering en zijn mensen
De meningen zijn de nacht, terwijl de overlevering de dag is
Wellicht dat de knaap onwetend is over het spoor van de leiding
Terwijl de zon lichtgevend straalt.”
دسشل 62 وار 2936 محم، مُور ال،ين ا لبمني.
Damascus, 26 Safar 1392.
Mohammad Naasir-ud-Dien Al-albaani.
Auteur: De grootgeleerde imaam
Sheikh Mohammad Naasir ud-Dien Al-Albaani
– moge Allaah hem genadig zijn – Titel: Een beschrijving van het gebed van de Profeet
Vertaald door:
Mohamed Bendaoud
Zoek de gebedstijden van je stad hier op: gebedstijden